2002-08-27 | Herstellen en opbouwen In de afgelopen tijd zijn er vele trainingen afgewerkt. De week herstel na München werd opgevolgd door twee zware trainingsweken. Met die heftige tijd achter de rug komt de dag van vertrek naar Sevilla zeer dicht bij. Tot die tijd zijn er nog tien trainingen af te werken. In die trainingen ligt het accent op het optimaliseren van wat we inmiddels aan snelheid hebben ontwikkeld. De trainingstijden zijn goed en de boot loopt over het algemeen behoorlijk goed door. Het vertrouwen op een goede prestatie in het zuiden van Spanje is op het moment dus vrij groot. Er schijnen vooralsnog 18 inschrijvingen te zijn. Wie het precies zijn weet ik niet, maar het is niet te verwachten dat er ten opzichte van de World Cups nieuwe topploegen bij komen. De ploegen om naar uit te kijken zijn dus AUS, DEN, ITA, CAN, AUT, GER, FRA, GBR en IRL. Dit zijn het hele seizoen al de ploegen die vooraan eindigen. Ons doel is een plek in de A-finale. Gezien de manier waarop we in München gevaren hebben behoort dat, als we optimaal varen, tot de mogelijkheden. Toch is het onmogelijk om voorspellingen te doen. Het veld is zo competitief dat de onderlinge verhoudingen van de laatste World Cup zonder meer verschoven kunnen zijn. Ik heb er in ieder geval veel zin in. |
2002-08-04 | De World Cup München
"Sir, how far are we going to take this?"
"The question is not 'how far'. The question is: do you possess
the constitution, the depth of faith, to go as far as is needed?"
Billy Connolly als il Duce in slotscene
van 'Boondock Saints'
|
Door een na-inschrijving van Chili was het totale aantal deelnemende
ploegen aan deze World Cup op dertien gekomen. Naast CHI, waren AUS, AUT,
DEN, ESP, FRA, GBR, GER, IRL, JPN, NED, POR en SUI. Drie voorwedstrijden (VW)
dus. Het weekendschema kan als volgt worden samengevat.
DO: |
3 VW
|
nrs 1 - 3 > halve finale (SF), rest naar herkansing (RE) |
DO: |
1 RE |
nrs 1 - 3 > SF, nr 4 valt af |
VR: |
2 SF |
nrs 1 - 3 > A-finale (FA), 4 - 6 > B-finale (FB) |
ZA: |
FA/FB
|
eind-ranking
|
We bleken voor de VW te zijn geloot met AUS, DEN en IRL. Verreweg de zwaarste
voorwedstrijd. Er rustig inkomen zou er dus niet in zitten. Enig rekenwerk van
Ernst-Jan liet zien dat het voor een plek in een iets 'makkelijkere' (voor zover
dat bestaat) halve finale het handigst was om eerste, tweede of vierde te worden
in de voorwedstrijd. Het mag duidelijk zijn dat we zeker geen derde wilden worden.
Na een redelijk goede start kwam er een goede eerste kilometer. We lagen samen
met De Australiërs, voor het eerst dit jaar op een World Cup aanwezig,
in gevecht voor de tweede plek. Tegen de kilometer aan bleken zij echter gewoon
een maatje te groot en trokken bij ons weg. Op de Ieren (in Luzern zevende over-all)
hadden we een redelijk duidelijke voorsprong. Derde worden was dus geen enkel
probleem, maar niet in de lijn van de strategie. Toch werd het commando gegeven
dat we voor de derde plek gingen en dus de herkansing over gingen slaan. Helaas
ontstond er toen wat discussie in de boot, waardoor we in korte tijd veel afstand
verloren op de Ieren. Toen was het eigenlijk geen probleem meer om vierde te
worden. Toch nog naar de herkansing dus...
In de herkansing lagen we naast ESP, CHI en JPN. De Chilenen waren we zelfs
in Luzern nog voor gebleven, dus dat we in de halve finale gingen geraken stond
eigenlijk van te voren wel vast. Nu nog in de juiste halve eindstrijd geraken.
De kans was het grootst daarop door eerste te worden. De Spanjaarden waren vooraf
bekeken de grootste tegenstanders. Uit voorgaande races kon worden afgeleid
dat zij net als wij snelle starters zijn. Het raceplan was dus eigenlijk simpel:
eerste kilometer doen als altijd en na de kilometer met drie keer tien halen
zorgen dat we afstand op ze pakken. Zo gezegd, zo gedaan. Maar op de drie keer
tien kwam het niet meer neer. Na een eigenlijk niet eens zo briljante start
lagen we al meteen een bootlengte voor op de Spaanse vier en ver voor de overzeese
deelnemers. Het accentje op de kilometer werd echter wel vol overtuiging uitgevoerd
en het resultaat was goed te zien; tijdens de eerste twee keer schoven de Spanjaarden
mee, maar tijdens de derde werd de afstand tussen ons kontje en hun puntje nog
eens uitgebreid met een halve lengte. De eindsprint werd om energie te besparen
achterwege gelaten.
Na de race heerste er in de ploeg en bij de coaches een groot 'he he, eindelijk
komt het er uit zoals we het bedoelen en al de hele tijd voelen dat het kan'-gevoel.
De race was strak op gebouwd, de versnellingen kwamen er uit zoals we dat bedoeld
hadden. Tevredenheid alom dus. Het was vertrouwen wekkend voor de halve finale.
Het moest nu namelijk ook maar eens met goede ploegen naast ons er uit komen.
In onze halve finale zaten (van sterkste naar minst sterke ploeg, zoals voor
de halve finale ingeschat) DEN, GER, GBR, ESP en SUI. De Engelse ploeg was dus
de te kloppen ploeg. Tijdens Luzern en Hazewinkel zaten zij al steeds in de
A-finale. Een mooie test-case om uit te vinden of we dus ook in die A-finale
thuis hoorden. Bijkomend voordeel was ook nog eens dat ze in de baan direct
naast ons lagen.
De start ging voor het eerst eigenlijk niet zo lekker. Wellicht heeft de valse
start van de Spaanse vier ons iets meer dan hoort uit ons evenwicht gehaald.
Na de kilometer lagen we dan ook op een vierde plek, voor ESP en SUI, en achter
respectievelijk DEN, GER en GBR. De verschil met het Britse viertal was ongeveer
een halve bootlengte toen we aan onze serie 'tien'-en begonnen. Van te voren
was afgesproken dat we het zo vaak als nodig zouden doen om op die derde plek
te eindigen. Na een keer of vier begonnen we eindelijk langzaam wat terrein
op de Engelsen te pakken. Toen dat tot ons doordrong werd de volgende tien
nog wat overtuigender uitgevoerd.
Alles brand. Je armen trillen en het lijkt als of je in een strak,
leren SM-pak zit waar in spijkers zitten die op je huid staan. Elke
beweging zorgt dus voor een ontelbare hoeveelheid messteken in je benen,
armen, kont. Overal. Weer TIEN. Wéér tien.
In je hoofd probeer je de pijn weg te drukken, maar steeds kom je terug
bij de vraag waarom je dit in godsnaam aan het doen bent. Waarom zou
je ook eigenlijk doorgaan met deze zelfpijniging. Het is immers veel
makkelijker om nu te stoppen. Je ligt al vierde en als je het nu laat
lopen houd je extra energie over voor de B-finale. Die kan je dan wel
winnen. Toch blijf je streven naar die plek over nu nog 800 meter van
de originele 2000 te verdienen is.
De A-finale lijkt dus ver weg. Toch is eigenlijk de afstand tussen A-
of B-finale maar een meter of vijf. Die realisatie vind plaats op het
moment dat je merkt dat je leiden resultaat op begint te leveren. Ongemerkt
is de afstand tussen vierde en derde plek tien, misschien vijftien centimeter
kleiner geworden en tijdens de volgende tien is je aandacht niet
meer bij de pijn, maar bij het onderlinge verschil tussen jouw boot
en die naast je. Verdomd, de boot schuift tijdens het accentje inderdaad
een stukje op. Kom maar op met de volgende tien. Langzaam ontstaan
er vleugeltjes. Eerst kleine, nerveuze van het formaat kolibri, maar
snel groeien ze uit. Elke haal lopen we harder in. They're going
down.
Wie had het over pijn, pleur op met je pijn. Door je aderen stroomt
geen bloed meer, maar een vloeistof op basis van endorfinen, adrenaline,
en ergens ook nog wat rode bloed lichaampjes.
Het paniekerige "go, go, go" dat de boeg uit de Engelse
vier roept maakt in één keer van de vleugels de wieken
van een condor.
Tering, we gaan het redden! |
Uiteindelijk werd een overtuigende derde plek ons deel. De Engelse vier werd
op de meet met meer dan een bootlengte weggezet.
De vreugde en gevoel van voldoening in de boot en aan de kant was groot. A-finale
varen is altijd goed in dit veld. Onze uitzending naar de Wereld Kampioenschappen
in Sevilla dit jaar was hiermee ook een feit. Bij het terug keren op aarde vanaf
het mooie wolkendekje keert ook de pijn, die aan het eind van de race plaats
had gemaakt voor 'slechts' extreem moeie poten, terug. Uitroeien dus.
Er werd vier kilometer uitgeroeid en aan het begin van de avond werd er nog
anderhalf baantje getrokken om te spoelen.
Om te vieren dat we naar het WK-ticket verdiend was, werd die avond ook de boot,
eindelijk, gedoopt. De naam, Carboneria, is een verwijzing naar de gelijknamige
tapasbar vlak bij de baan in Sevilla. De gedachte achter de naam is dat we eind
september bij de Carboneria nippend aan een koude cervessa met een schotel
lekkere tapas tevreden terug willen kijken op een bewogen maar geslaagd seizoen.
In die finale lagen DEN, AUS, AUT, GER, FRA en wij aan de start. Het uitgangspunt
was een goede start maken, zodat we net iets voor zouden liggen op de Duitse
en Franse vieren. Van daaruit zouden we dan proberen aan te blijven vallen tot
we er bij neer zouden vallen. Helaas kwam de start er net als in de halve finale
net niet helemaal lekker uit. Daarnaast hadden we een aardige hindernisbaan
gekregen (baan 1 naast de oproeibaan, waarin dubbelvieren en achten opzetjes
aan het doen waren en sommige boten vol aan het houden waren na de opzetjes.
We hebben letterlijk golven binnen gekregen van golven van de Roemeense dames
4x die zo aan het afremmen waren). Er werd een redelijke race gevaren, maar
helaas zat er niet meer dan dat in. We hadden als enige ploeg in de finale voor
de start al drie wedstrijden dat weekend in de benen. Dat was te merken. Het
scherpe randje, dat kleine beetje extra om (voor)bij de Duitse en Franse vier
te varen, was er helaas niet meer.
Het verschil van dit weekend met Luzern was natuurlijk
enorm. Het veld was zeer vergelijkbaar. Twee goede ploegen er af (CAN, ITA),
twee top ploegen er bij (AUS, DEN). En het verschil tussen recht op een plaats
in de C-finale en een plek in de A-finale. Niet alleen zijn de critici nu terrecht
gewezen, maar ook ons vertrouwen is weer helemaal hoe het hoort te zijn. In
de periode tot het WK zal er nog veel werk verzet moeten worden om te zorgen
dat we nog net iets beter daar ten tonele kunnen komen. De ruimte zit in nog
wat meer specifieke snelheids trainingen (tot noch toe tot het absolute minimum
beperkt) en natuurlijk technische verbetering. Vooral rond de inpik willen we
het allemaal wat natuurlijker en rustiger krijgen. Soms vallen we daar al in,
maar het moet nu gewoonte worden.
|
2002-07-14 | De World Cup Luzern In de weken voorafgaand aan Luzern werd er voornamelijk gewerkt aan het ritme. Jeroen was voornamelijk om die rimteverandering te ondersteunen sinds Hazewinkel op slag gezet. Het werd door de verandering rustiger voorin en duidelijker achterin. We waren dus behoorlijk positief over de gang van zaken, ondanks dat er wat weinig wedstrijdspecifieke trainingen werden gevaren.
Positief gestemd werd de reis naar Luzern dan ook aanvaard. Eerst een stukje vliegen naar Kloten, daarna in een bus met een touristische route naar Luzern. Woensdagmiddag kon de boot in elkaar gezet worden een een werd een klein rondje gevaren. Het is bijna surrealistisch om dan al op de Rotsee te varen, er is namelijk bijna niemand aanwezig en het alleen varen op het Zwitserse water beviel eigenlijk wel. Ook donderdag werd er kort getraind. Toen waren de meeste ploegen wel al aanwezig en werd er dus in iets meer drukte een korte outing gevaren. De stayer snelheid werd er nog even gemeten aan een lichte dubbelvier en die bleven we zonder veel moeite bij. No worries dus.
Vrijdag begon niet optimaal. Het gewicht zat helemaal goed, maar bij het uitlopen van de douche (waar de weegschaal stond) schudde ik mijn arm uit omdat ik een klein krampje voelde aankomen. In plaats van het weggaan van de spanning schoot de kramp vol in mijn arm. Op naar Theo dus. Aangezien hij op de baan was gingen we zo snel mogelijk daarheen. Na een kort consult zijn we even gaan inwegen om vervolgens weer behandeld te worden. De pijn en stijfheid ging er langzaam uit. Het leek er dus op dat ik de voorwedstrijd dus vol kon gaan.
Gezien de inschrijving, vijftien ploegen, mochten we derde worden van de vijf in de voorwedstrijd om ons te plaatsen voor de halve finale. Dit moest op zich dus gewoon in binnen de mogelijkheden liggen. Bij het inroeien bleek echter dat ik niet kon hangen aan mijn arm zonder pijn te hebben. Vrij lastig... Na de inmiddels traditionele snelle start lagen we tweede. Echter op de kilometer werden we eigenlijk te makkelijk voorbijgevaren door twee ploegen. Daardoor kwamen we dus uit op een vierde plaats. Er werd besloten zo veel mogelijk mijn arm te ontzien en in een rustige haal werd dus de wedstrijd uitgevaren. Meteen dus weer naar Theo, want 's middags moest de herkansing gevaren worden. Het herstel van mijn arm was goed. Ik kon in de herkansing dan ook vol aan de bak zonder ergens last van te hebben.
De herkansing begon bijzonder goed. In een makkelijke haal werd vanaf de eerste haal het veld aangevoerd. Op de kilometer kwamen de andere ploegen wel dichterbij, maar ze kwamen er niet voorbij. Bij de 1500 meterlijn gebeurde er echter iets vreemds, of eigenlijk gebeurde er niets... Ondanks dat er een eindsprint aangegeven was werd de boot niets meer versneld. Bij de andere ploegen lukte dat wel. Zij kwamen ineens dan ook zeer hard inlopen. Het machteloze gevoel van dat moment is niet te omschreven. Net als het gevoel na de finish, toen we vierde bleken te zijn geworden en dus de halve finale niet gehaald hadden.
Deep shit dus.
Na een heftige baal- (en drink-) sessie werden er gesprekken gevoerd met Diederik en René Mijnders (hoofdcoach van de KNRB). Op het eerste gezicht leek alles zo goed te gaan en we vroegen ons dus allemaal af hoe dit zo had kunnen gebeuren. Na de evaluerende gesprekken bleken er echter al snel een aantal dingen net niet goed in elkaar te vallen en al die kleine hinderingen waren bij elkaar toch zodanig van invloed op het varen van de boot (vooral bij hogere snelheden) dat het uiteindelijk toch een beetje verklaard kon worden. Nu moest daar dus wat aan gaan gebeuren.
De voornaamste veranderingen die vanaf nu ingevoerd werden zijn:
- De opstellingswijziging na Hazewinkel is gedeeltelijk teruggezet, dwz Jeroen en Joeri hebben weer van plaats gewisseld;
- De steady-state trainingen worden nu met minder rust tijdens de training en met een hogere snelheid gevaren;
- Er zijn in het schema meer wedstrijdspecifieke trainingen opgenomen.
Tijdens de trainingen blijkt dit een behoorlijk resultaat te hebben. De afstandjes die gevaren worden gaan goed. En dat moet ook, want in München moet de uitzending naar het wk verdiend worden. |
2002-06-16 | De World Cup Hazewinkel Dit was het moment waarop we ons voor het eerst dit jaar internationaal zouden moeten laten zien. Altijd een spannend moment dus. De inschrijvingen waren wat hoeveelheid betreft een beetje tegenvallend (slechts 12 ploegen), maar waren wat roeilanden betreft zeer goed. Op een tweetal ploegen na waren alle landen van de top 9 van het laatste wk aanwezig.
De voorbereiding werd iet wat minder optimaal door de omstandigheden in het hotel; De kamers waren bloedheet een zeer droog. Bij het binnen gaan van de kamer kreeg je instantaan een droge mond. Vrij lastig als je niet te veel wil drinken, aan de andere kant wel weer makkelijk als je nog wat gewicht moet kwijt raken. Daarnaast was het hotel op veertig minuten rijden van de baan in Willebroek, namelijk aan de noordelijke rand van Antwerpen.
Vrijdag moesten we in de voorwedstrijd eerste worden om direct geplaatst te raken voor de A-finale (FA). De sterke start was dus een goed begin van de wedstrijd. Het gemak waarmee dit gedaan kon worden verbaasde ons allen een beetje. Tot de 1000 meterlijn werd onze positie in de kop van het veld, over het algemeen een tweede plek vlak achter de nummer één, niet bedreigd. Op dat punt plaatste de Duitse ploeg een duidelijke versnelling en zij kwamen hard over ons heen zetten. Dit deed de kans op een eerste plek snel verdwijnen. Er werd dan ook besloten de benen te sparen en in de herkansing de volgende dag alles op alles te zetten om de FA te halen.
In de herkansing moesten we van de vijf ploegen eerste of tweede worden om in de FA terrecht te komen. Dat dit een zware pot ging worden was van meet af aan al duidelijk.
Wederom verliep de eerste kilometer voorspoedig, maar ook wederom gebeurde er iets, of eigenlijk niets, op het halverwege punt. Als de andere ploegen dan wel het voor elkaar krijgen om iets aan te scherpen lopen ze van je weg. Een derde plaats en dus een plek in de B-finale (FB) werd ons deel. Erg frustrerend. Een analyse van de tijden liet zien dat onze eerste twee intervallen en het vierde interval vlak waren en dat we het derde interval een behoorlijk verval kenden. De andere ploegen toonden dat verval niet. Die voeren een vlakke race. Iets om na Hazewinkel aan te werken dus.
Na de herkansing werden de tassen gepakt en werd noodgedwongen de reis naar Eindhoven aanvaard. Dit werd gedaan omdat in het, zeer gehorige, hotel die avond een discofeest zou zijn. Dit betekende echter wel een overgang van zeer warme kamers naar een lekker koele kamer. Dat bracht echter als probleem met zich mee dat het lichaam dus 's nachts veel minder vocht verloor dan gedacht. Gelukkig kon toch nog zonder gedoe worden ingewogen, omdat Joeri iets onder gewicht was.
De FB werd, het wordt al bijna gewoonte, begonnen met een snelle start. De koppositie werd dan ook door ons ingenomen. Die voorsprong kon tot de 1200 meter worden vast gehouden. Daar werden we voorbij gestreefd door de tweede Duitse ploeg. De tweede plek konden we echter wel volhouden tot het eind van de race.
Dat een overall klassering van een achtste plaats niet aansloot bij de plek die we in onze gedachte hadden bepaald (in ieder geval een plek in de FA) mag duidelijk zijn. Er werd aan het eind van het weekend dan ook geevalueerd over hoe we nu verder zouden gaan. Ernst-Jan was heel duidelijk voor een opstellingsverandering. Ik vond het daar nog wat vroeg voor. We zaten immers nog maar drie weken bij elkaar. Toch werd uiteindelijk besloten om de opstelling om te gooien en mij op boeg te zetten, dan Joeri, Karel en op slag Jeroen. Zo werd dus in de vier weken naar Luzern toe getraind. |
2002-06-02 | De Nationale Kampioenschappen De opstelling, met op slag Joeri de Groot, mij op 3, Jeroen Spaans op 2 en op boeg Karel Dormans, bleek tijdens de trainingen meteen al makkelijk te lopen. Er werd dus uitgekeken naar de vuurdoop op de NK.
De start van de voorwedstrijd was kort gezegd goed; de boot werd snel op gang gebracht en ging rechtdoor. De doorstart verliep wat rommeliger. De afstand ten opzichte van de rest van het veld was toen echter al zodanig dat directe plaatsing voor de finale ons al niet meer kon ontlopen. De conclusie over de voorwedstrijd was dat de 'doorgaande' stukken goed liepen en dat er bij tempowisselingen, hetzij door een versnelling, hetzij door de overgang naar baanhaal, wat ongelijkheid in ritme ontstaat. Met de korte voorbereidingstijd in het achterhoofd is dat niet verwonderlijk. Al met al dus behoorlijk positief gevoel over de voorwedstrijd.
De finale werd ook weer goed begonnen. Bij mij ontstond echter een probleem rond de 500 meter. De energie was daar volledig, maar dan ook volledig op. Door de drukte in de afgelopen weken was de energie reserve al verbruikt. Het was dus 1500 meter overleven. De winst kwam echter geen moment in gevaar. Het verschil met de nummer twee was ruim tien seconde.
Daarmee was mijn eerste NK-blik in een boordboot een feit. Vanaf hier is het twee weken doorbouwen naar de World Cup wedstrijd in Hazewinkel. |
2002-06-00 | De Selecties Voor Duisburg was afgesproken dat wat er ook gebeurde na(ar aanleiding van) Duisburg een keuze gemaakt zou worden voor de samenstelling van de nationale lichte heren 2x. Na het weekend was mijn conclusie dat de tijden van de twee verschillende voorwedstrijden niet vergelijkbaar waren omdat de beide wedstrijden een volledig ander karakter hadden; op zaterdag lagen Gerard en ik in een voorwedstrijd met maar 2 tegenstanders waarvan alleen de winnaar doorging. Op zondag waren er 3 voorwedstrijden waarbij de eerste 2 van de 5 in de voorwedstrijd liggende ploegen doorgingen naar de finale. Op zaterdag geen ploegen om mee te strijden, op zondag een strijd tot op de laatste haal met 3 ploegen van vergelijkbaar niveau om de tweede plek in de voorwedstrijd en dus de finale te halen, wat Gerard en Ivo niet lukte.
Bij het overleg dat maandag na Duisburg gehouden is werd echter gemeld dat de tijden wel vergelijkbaar zouden zijn. Op basis daarvan zou er gekozen horen te worden voor Ivo. Verbaasd over voornamelijk de reden, ik had me van te voren neergelegd bij wat er ook uit zou komen, moest ik dus gaan denken aan wat er nu te doen stond. Er bleek interesse voor me te zijn vanuit de lichte boordroei-groep.
Een telefoontje van Diederik de Boorder verduidelijkte de situatie bij die groep. Er zou een week later op maandag twee keer geraced worden voor waarschijnlijk 1 plek op bakboord. Kandidaten waren voor als nog Jeroen-Bart Hilckman en Wesley van Breda. Als ik daar voor voelde mocht ik mij ook in die strijd mengen. Na enig overleg en nadenken besloot ik inderdaad deze kans aan te grijpen.
Maandag werd er in twee sessies geraced: één om 8 uur 's ochtends (met inwegen om 6 uur 's ochtends) en één om 8 uur 's avonds. Beide keren werd elke kandidaad 1 keer geraced op de boegplek. In de eerste sessie was de wissel volgorde Wesley, Jeroen-Bart, ik. Het verschil bij deze race was zo klein dat daar (ook gezien de toch licht wisselende omstandigheden) eigenlijk geen conclusie aan verbonden kon worden. Bij de tweede sessie waren de omstandigheden extreem rustig. Er was in het geheel geen wind. De drie races zouden dus sowieso goed vergeleken kunnen worden. De wissel volgorde op het moment was nu Jeroen-Bart, ik, Wesley. De verschillen waren dit keer vrij duidelijk. Met iets meer dan 2,5 seconden won ik van de tweede snelste, met nummer drie was het verschil ruim 3,5 seconden. Daarmee was ik dus ingeselecteerd voor de nationale lichte heren 4-. De NK zou de try-out zijn. |
2002-05-18 | De Wedau Regatta (Duisburg) Op zaterdag was het mijn beurt om me te presenteren in de 2x. Ivo zou dat op zondag moeten doen.
Het wedstrijd verloop was bij ons vrij rommelig. Er waren 6 voorwedstrijden met in onze race slechts 3 ploegen; de net geselecteerde Duitse nationale ploeg (tevens de uiteindelijke winnaar) en een slechte Engelse ploeg waren de tegenstand. De eerste kilometer liep bij ons vrij goed. Het ritme was goed en de macht om de boot te laten doen wat wij wilden was er. Rond de 1200 meter was de scherpte er echter af en moesten we toestaan dat de Duitse ploeg er vandoor ging. Daarmee vervloog ook elke hoop op een finale plaats. Zo goed en zo kwaad als het ging voeren we maximaal door. Steun van de Engelse ploeg hoefden we niet te verwachten. Zij lagen na de eerste 500 meter al in een kansloze positie. Van strijd was er dus helaas geen sprake.
's Avonds moest ik nog een voorwedstrijd voor de skiff varen. Ondanks de korte voorbereidingstijd ging dit eigenlijk heel behoorlijk. De vermoeidheid van de wedstrijd van die ochtend was echter nog duidelijk te voelen. Daardoor was de scherpte er niet meer om in de laatste 700 meter mijn tegenstander te kunnen pakken. Helaas dus geen finale in de skiff dus. |